Slapen in een bed dat voornamelijk bestaat uit hennep is niet langer toekomstmuziek. De ambachtelijke beddenmakers van Bedaffair hebben als eerste bedrijf in Nederland de meeste katoenvulling in haar dekbedden, onderdekens en kussens vervangen door hennep. Het gebruik van deze ‘supervezel’ levert forse klimaat- en milieuwinst op en betekent een verdere verduurzaming in de beddenbranche. |
Bedaffair staat al jaren bekend om het circulair ondernemen. Voor het ontwikkelen van bedden en boxsprings maakt het het merk alleen gebruik van natuurlijke materialen die recyclebaar zijn, zoals kamelenhaar en paardenhaar. Als eerste beddenbedrijf in Nederland opende het in 2022 een reparatie-atelier. Daarmee kan met een kleine aanpassing of reparatie een matras ook na 25 jaar – zo lang gaan de matrassen gemiddeld namelijk mee – nog een tweede leven krijgen. Jacqueline Cramer, oud-minister en emeritus-hoogleraar duurzame innovatie, sprak van een ‘voorloper in de ontwikkeling van circulaire matrassen’.
Klimaatpositief
Het verder ontwikkelen en toepassen van hennep(wol) in steeds meer producten past in die ambitie. De voordelen van de hennepvezel zijn legio. Zo zorgt het voor een goede regulatie van warmte en vocht en is het resistent tegen schimmels, bevorderlijk voor een gezonde en goede nachtrust. Bovenal levert het winst op voor klimaat en milieu. “Hennep groeit snel, wordt lokaal geteeld zonder gebruik van chemicaliën en heeft in vergelijking met katoen, dat van ver moet komen met vervuilende boten, voor de teelt veel minder water nodig”, somt Bedaffair-oprichter Marjolein Vaders op. Daarnaast neemt het meer CO2 op dan dat het uitstoot en is 100 procent van de vezel te recyclen of te composteren.
Sinds Marjolein en partner (tevens compagnon) Arend lazen over al die positieve eigenschappen, gebruiken ze het voor hun producten. Aanvankelijk ging het enkel om ruwe hennep. Dat zetten ze sinds 2022 in als zogeheten drukverdeler in matrassen. En later ook als een van de comfortlagen in diezelfde matrassen, als alternatief voor biologisch katoen. Ruwe hennep was daarvoor geen geschikte vervanger, maar in combinatie met Franse, merinowol wèl, bleek uit tests. Het resultaat: hennepwol.
Als enige partij in Nederland hebben ze die grondstof ontwikkeld. Inzet daarvan levert een belangrijk milieuvoordeel op. “Om een kilo katoen te telen, zelfs de biologisch gecertificeerde die wij gebruiken, is al gauw zo’n 10.000 liter water nodig, terwijl je voor een kilo hennepvezel slechts 2,1 liter water nodig hebt”, illustreert Vaders. “Kortom: liever hennep van dichtbij dan katoen van ver.” Door de inzet van hennep zijn de matrassen naar verwachting CO2-neutraal.
Gouden toekomst
Vanwege die positieve effecten is het hennepaandeel vergroot. Sinds kort sieren onderdekens, dekbedden en kussens met daarin 70 procent hennep de collectie. Uiteindelijk wil het bedrijf toe naar producten met 100 procent hennep, en alle katoen vervangen. Daar is steeds meer animo voor. Bedaffair ziet namelijk een duidelijke groei in de keuze van klanten voor hennepproducten. “Sinds we hennep verwerken in onze pocketveermatrassen, in 2022, is de verkoop ervan met 41 procent gestegen. In diezelfde periode daalde de afzet van onze natuurlatex matrassen met 34 procent. Mensen gaan voor de meest duurzame optie en nemen voor lief dat de prijs vaak wat hoger is. De bewustwording is enorm gegroeid.“
De beddenmakers voorzien een gouden toekomst voor de ‘supervezel’. “Het is te hopen dat andere partijen in onze sector ook deze stap zetten. Die ontwikkeling gaat traag, terwijl dat juist zo goed zou zijn voor mens, milieu en dier.” Daarbij wijst Marjolein op de groeiende afvalberg door het dumpen van synthetische bedden en matrassen. Die gaan gemiddeld 8 tot 10 jaar mee en worden vervolgens afgedankt. Jaarlijks gaat het in Nederland om zo’n 1,6 miljoen matrassen, bleek uit eerder onderzoek van ABN Amro.
Fotocredits: Bedaffair